De sterkte van het leger van Afghanistan is inmiddels opgelopen tot ruim 76.000 militairen. Na het historische akkoord van Bonn na de val van de Taliban in 2001 was het streven een Afghaanse troepenmacht op de been te brengen van 70.000 troepen.
Legerwoordvoerder Zahir Azimi zei zondag tijdens een gesprek met de pers dat het leger van zijn land nu bestaat uit 76.665 soldaten en officieren.
De NAVO gaf vorig jaar aan dat het doel was dat het Afghaanse leger eind 2008 uit 70.000 Afghaanse militairen zou bestaan. Deze doelstelling zou dus al zijn bereikt.
Maar het Afghaanse ministerie van Defensie zei vorig jaar dat 70.000 niet genoeg is om de veiligheid van het land te waarborgen.
De NAVO zei tijdens de topontmoeting in Boekarest van begin april dat ze Afghanistan wil helpen om een strijdmacht op te bouwen van 86.000 troepen. Azimi zei dat dit aantal in het midden van 2009 zal worden bereikt.
Eind vorig jaar zei het Afghaanse ministerie van Defensie dat er om de veiligheid in het land te garanderen behoefte is aan 200.000 manschappen.
Dit zou ook veel kosten besparen voor de buitenlanders, omdat 1 buitenlandse soldaat evenveel kost als 100 Afghaanse soldaten, werd toen gesteld.
Om de veiligheid in Afghanistan te garanderen en de grenzen te verdedigen moet het Afghaanse leger dus nog verdriedubbeld worden.
Het past allemaal in de strategie van "Afghaniseren": de Afghaanse staat moet voor zichzelf gaan zorgen.
Het Afghaanse leger ontvangt onder meer wapens uit de Verenigde Staten en wordt getraind door deelnemende landen aan de ISAF-missie die wordt aangevoerd door de NAVO.
Uiteindelijk is het de bedoeling dat het Afghaanse leger zelfstandig kan opereren en voor een veilig land kan zorgen. Dan kan de zogenoemde “exit-strategie” aanvangen en worden de buitenlandse soldaten teruggetrokken.
De regering van Afghanistan wordt ondersteund door ongeveer 65.000 buitenlandse soldaten. Dit zijn er ongeveer 47.000 van de ISAF-veiligheidsmacht en 18.000 van de internationale coalitie die door de Verenigde Staten wordt geleid.
De NAVO en de VS zeggen echter keer op keer dat er veel meer soldaten nodig zijn om de opstand van de Taliban die er heerst af te slaan.
Leden van een Nederlandse parlementaire delegatie die onlangs een bezoek brachten aan de zuidelijke provincie Uruzgan zeiden dat er daar 1.200 Afghaanse soldaten waren van de 1.700 die er behoren te zijn.
De overige 500 zijn "verdwenen". Ze kunnen ergens in Kandahar zitten, om hun soldij op te halen, en een andere mogelijkheid die werd genoemd is dat ze op dit ogenblik deelnemen aan operaties in de naburige provincie Helmand.
Ondanks dat de gezamenlijke legermachten nu op zijn sterkst zijn sinds de Taliban eind 2001 van de macht werden gezet, beleeft het Aziatische land volgens verslaggevers de bloedigste tijd in zeven jaar.
Volgens een telling van de Verenigde Naties vielen er vorig jaar 8.000 doden door de oorlog in het land. In 2006 waren dat er ruim 4.000.
Zie ook
Sterkte van het Afghaanse leger